Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend. Als kind zet je de eerste stapjes, wankelend en onzeker. Ongeveer vanaf 3 jaar is het lopen zover ontwikkeld dat schouders, armen, romp en benen soepel bewegen. De schouders vormen niet één blok met de romp. De armen worden in tegengestelde richting ten opzichte van het contralaterale been bewogen. De heupen vormen hierbij het scharnierpunt met de benen en de voeten blijven binnen de heupbreedte.
Prachtig mooi om te zien hoe ze moeiteloos draaien, versnellen, springen en afremmen.
Wanneer we ouder worden verliezen velen van ons die moeiteloze soepelheid. Dit komt hoofdzakelijk doordat we te weinig bewegen en door de spanningen die we in ons lichaam opbouwen. De spanningen ontstaan doordat de omgeving (gezin, school, bedrijf, maatschappij enz..) eisen en verwachtingen heeft die regelmatig tegen ons gevoel in gaan en we ons dus letterlijk schrap zetten en inhouden. Zoals we weten is lichaam en geest één (zie topic) en resulteert dit in een verhoging van de spierspanning in het lichaam met name de rug en buik.
Met kleine oefeningen is dit eenvoudig zelf op te lossen, maar om het op de juiste manier te doen is wat lastiger.
Om dit toe te lichten, concentreren we op de basis van het lichaam, onderrug en bekken. Deze geven steun en stabiliteit aan de rest van het lichaam. Om een beter begrip te krijgen van de binnenste en buitenste spierlagen rond onze taille, gaan we ze het binnenste en buitenste korset noemen. Het binnenste korset wordt gevormd door een brede horizontale laag spieren rond de darmen. Het biedt ondersteuning en stabiliteit aan het buitenste korset dat verantwoordelijk is voor de daadwerkelijke beweging van de romp. De werking van het binnenste korset is moeilijk te controleren en wordt daarom vaak genegeerd door sportscholen en trainers. Een goede oefening om bewust te worden van het binnenste korset, ook om het te trainen, is om de spieren te spannen die we normaal gesproken gebruiken om het plassen en poep op te houden.
Vanwege de vaak overmatige spanning in het uitwendige korset, veroorzaakt door stress, fysieke belasting of overtraind, blokkeert het de goede werking van het binnenste korset. Als gevolg hiervan wordt dat deel van onze rug niet goed ondersteund, waardoor het pijn gaat doen en vast gaat zitten. Het resultaat is een stijve en ongemakkelijke manier van lopen. Bijvoorbeeld: de meesten van ons hebben leren fiets en kunnen zich vast herinneren dat we in het begin alle spieren spanden om maar niet te vallen. Dit aanspannen wordt gedaan door ons buitenste korset, dat immobiliteit en stijfheid veroorzaakt waardoor het binnenste korset zijn werk niet goed kan doen. Nadat we ons buitenste korset hebben leren ontspannen, kan het binnenste korset de fiets in balans houden door subtiele bewegingen van onze onderrug en heupen.
Flexibiliteit en balans zijn zeer belangrijke eigenschappen van ons lichaam. Daarom is het verstandig om naar ons lichaam te luisteren en erin te investeren. Ergens in onszelf is nog steeds dat kleine kind, vrij en ongedwongen.
Natuurlijke ademhalen is sterk verbonden met natuurlijke bewegen (zie onderwerp).