Het begon allemaal door te proberen een gemakkelijke manier te vinden om te handelen over afstand en tussen verschillende goederen. Het basisprincipe van eerlijke handel is het toekennen van waarde aan goederen op basis van de hoeveelheid werk die nodig is om ze te maken, vangen of te plukken. Je kunt bijvoorbeeld 500 appels ruilen voor een varken. Dat werkt prima als je met je buurman handelt, maar 500 appels over 10 kilometer slepen is erg lastig. Eerst werden zilver en goud als oplossing gebruikt, maar al snel werden munten en later papiergeld algemeen aanvaard.
In combinatie met de verstedelijking, waarvoor veel goederen van buitenaf nodig waren, ontstond de tussenhandel (transport / opslag) en later banken (veiligheid / kredietverstrekkers). Deze diensten, die zelf niets produceren, bespaarden de koper en verkoper moeite en tijd en vroegen daarvoor geld. Geld had niet langer een directe relatie met de hoeveelheid werk om de goederen te maken, te vangen of te plukken. Het kapitalisme was geboren. Geld werd belangrijker dan goederen, want met geld kon je alles kopen. Deze servicegroep groeide en verdiende steeds meer geld en kregen meer macht.
Kapitalisme is de naam die we hebben bedacht nadat de praktijk al bestond, dus het is niet zo dat de huidige vorm van kapitalisme bewust is ontwikkeld.
Met name in de afgelopen 150 jaar heeft het kapitalisme een grote vlucht gemaakt, hierdoor werden niet alleen de rijken, rijker maar ook verbeterde de levensstandaard van de “arbeiders”. Het huidige kapitalistische systeem is echter uit de hand gelopen en een geldgenerator geworden die consumenten gebruikt als brandstof. Het reduceert mensen letterlijk tot nummers beginnend met uw ID-nummer, sofinummer, belastingnummer enz. Het systeem weet precies wat je verdient, uitgeeft en waard bent, maar heeft geen idee wat je interesses zijn, wat je voelt of welke je doelen hebt in het leven.
Kapitalisme en het dagelijkse leven zijn verbonden met elkaar en gecombineerd tot een goed geoliede machine. Je kunt niet zomaar een onderdeel wegnemen en verwachten dat het probleemloos doorgaat. De maatschappij is gemaakt door ons mensen, maar ze is ons ontgroeid. De maatschappij vormt en conditioneert ons tot de perfecte werknemers en consumenten. Het is niet langer vraag en aanbod, maar aanbod en consumeer. De maatschappij is zo ‘slim’ geworden dat het ons laat geloven dat wij de controle hebben en toch krijgt het nog steeds precies wat het wil, meer winst! Blijkbaar kun je nooit genoeg geld of macht hebben. Maar waarom is dit?
Het oudste deel van onze hersenen wordt ook het reptielenbrein genoemd en is puur gericht op overleven, instinctief en automatisch reageren. Daarna komt het emotionele deel van onze hersenen dat gericht is op negatieve en positieve ervaringen. Als laatste het rationele deel waar het denken, plannen en beslissen plaats vindt. De volgorde van onze beslissingen volgt hetzelfde pad; Is het gevaarlijk? Voelt het goed? Is het verstandig? Helaas bepalen het reptielen en het emotionele deel 80% van onze keuzes. Ze zijn in eerste instantie egoïstisch en alleen sociaal als we er een overschot is of de betreffende mensen die ons dierbaar zijn.
Dus de conclusie is dat we er niets aan kunnen doen, het zit in onze genen?
Ik geloof daar niet in. We hebben als mensheid enorme stappen gezet, vooral in de afgelopen 150 jaar. Natuurlijk kan er veel worden verbeterd, maar net als onze kinderen leren we met vallen en opstaan. De afgelopen generaties leerden sneller en sneller en werden ongeveer 10% per generatie slimmer (zie intelligentie). Nu vertraagt deze vooruitgang echter. Naar mijn mening missen de mensen in onze moderne samenleving voldoende uitdagingen vanwege het hoge welvaartsniveau. De meeste van hen zitten gevangen in het systeem dat individualiteit en zelfstandigheid tot het hoogst haalbare hebben verheven. Ze zijn verworden tot productie eenheden die kunstmatig ‘gelukkig’ gehouden met een sigaar uit eigen doos. De enige uitdaging is het voldoen aan de eisen van een maatschappij die weinig op heeft met wat ons echt gelukkig maakt (zie geluk).
Uiteindelijk zullen we moeten veranderen en ons aanpassen aan de omstandigheden. Om ons plezierige leventje in stand te houden onttrekken we een onevenredige grote hoeveelheid grondstoffen uit de natuur. De bewustwording groeit dat onze materiële behoeften grote gevolgen heeft voor onszelf en de natuur. We zoeken naar een manier om deze catastrofe te voorkomen, maar het zal tijd kosten. Het is niet handig om het huidige kapitalisme af te danken voordat we een goed alternatief hebben. Dit nieuwe alternatief heeft andere basiswaarden nodig. Zoals weten wat mensen willen en voelen in plaats van hoeveel ze kosten en opbrengen. Als we dit daadwerkelijk doen, zal het ons dichter bij elkaar brengen en ons over de hele wereld verenigen. Er is dus voldoende reden voor hoop, vooral als we het proces van groei begrijpen en accepteren.